Reactie op Mukunda dasa


IRM

Door Krishnakant

Dit is een reactie op Mukunda das’s recentelijk geschreven artikel waarin hij probeert om tegenstrijdigheden te vinden in de IRM paper - 'Does Srila Prabhupada Support Poisoning Theory'. Zoals bij de GBC, PADA en alle anderen die hebben geprobeerd om fouten te vinden in de IRM papers, is ook dit artikel niet in staat geweest om goed te lezen wat we schrijven.

Mukunda’s belangrijkste opmerkingen staan ingekaderd en tussen aanhalingstekens, en mijn opmerkingen staan daaronder:

“In het volgende artikel willen we wijzen op een paar tegenstrijdigheden die staan beschreven in de IRM paper - ‘Does Srila Prabhupada Support Poisoning Theory?' […] Geen enkel IRM lid heeft bewijs in handen waarin staat dat Srila Prabhupada op bewuste wijze is vergiftigd, maar de leider van de IRM wacht niet op het antwoord van het officiële onderzoeksrapport (zoals hij IRM leden instrueert) en verwijst in zijn nieuwsbrief naar de webpagina van Chakra, waarvan bekend is dat zij niet neutraal zijn. Chakra’s standpunt is dat Srila Prabhupada niet is vergiftigd.” (Mukunda) 

1 Nadat hij ons heeft verteld dat hij ons gaat “wijzen op een paar tegenstrijdigheden  die staan beschreven in de IRM paper”, verwijst de auteur direct naar zogenaamde verklaringen van de IRM die niet eens in de betreffende paper staan beschreven. Dit is op zichzelf een tegenstrijdigheid.

2 Het is onjuist dat wij geen neutraal standpunt over de vergiftigingskwestie innemen. We hebben simpelweg verklaard dat technische tegenargumenten over het effect van arsenicum nog moeten worden beantwoord en daarna kunnen we pas beoordelen of Nityananda’s boek op waarheid is berust:

“Nityananda heeft nog niet geantwoord op het bovenstaande (artikelen over arsenicum) en zolang dat het geval is, kunnen we alleen aannemen dat hij geen antwoord heeft op de tegenargumenten die zijn gericht op het ‘bewijs’ in zijn boek.”

We claimen niet dat deze artikelen over arsenicum ‘ONBETWIST’ waar zijn, anders zouden we niet om een reactie vragen. De auteur verklaart dat onze uitspraak tegenstrijdig is, maar dat klopt niet en die uitspraak van de auteur is zelf tegenstrijdig.

3 …Als men, door te verwijzen naar een tekst om een antwoord te vragen, al wordt beschuldigd van het innemen van een standpunt, dan is Mukunda, door te verwijzen naar de IRM om zodoende een antwoord te geven, ook schuldig aan het innemen van het standpunt van de IRM, terwijl hij dat standpunt probeert te weerleggen! Dit zou wederom tegenstrijdig zijn.

In plaats van het aantonen van tegenstrijdigheden in de IRM paper, heeft de auteur zich in zijn eerste opmerking al schuldig gemaakt aan drie tegenstrijdigheden!

“Oftewel hun standpunt is: ‘Nee, Srila Prabhupada steunt de vergiftigingstheorie niet! Maar eerder verklaarden ze dat Srila Prabhupada heeft gezegd dat het mogelijk is. Nu zeggen ze dat Srila Prabhupada ‘nee’ zegt.” (Mukunda) 

1 De auteur spreekt zichzelf hier tegen door te verklaren dat we zeggen dat ‘Srila Prabhupada de vergiftigingstheorie niet steunt’ en daarna verklaart de auteur dat we eigenlijk zeggen dat ‘Srila Prabhupada ‘nee’ zegt’. Deze twee verklaringen zijn niet hetzelfde.

2 We zeggen nergens dat: ‘Srila Prabhupada nee zegt’. We zeggen alleen dat Srila Prabhupada niet steunt dat hij is vergiftigd, aangezien hij GEEN verklaringen heeft gegeven die dat ondersteunen (niet omdat hij een verklaring heeft gegeven waarin hij ‘nee zegt’).

Het ‘steunen’ van een theorie betekent het ‘bevestigen’ door ‘het geven van feiten’ (volgens het Oxford woordenboek). Het simpelweg melden dat iets ‘mogelijk’ is, staat niet gelijk aan ‘het bevestigen’ door ‘het geven van feiten’.

Zelfs zonder dat Srila Prabhupada zei dat het “mogelijk is”, wisten we al dat het MOGELIJK is dat Srila Prabhupada vergiftigd zou kunnen zijn, zeker gezien de eerdere schandalige activiteiten van sommige discipelen. Het gaat er echter niet om of het mogelijk is, maar of het echt is gebeurd; en of Srila Prabhupada dit heeft verklaard (wat hij niet heeft gedaan).

“Als we kijken naar hoe Srila Prabhupada het woord “mogelijk” gebruikt, wordt duidelijk dat hij en Heer Krsna het gebruiken om aan te geven dat het een feit is!” (Mukunda) 

De auteur gebruikt bijvoorbeeld het volgende voorbeeld om dit te bewijzen:

“Arjuna geeft aan dat de onbuigzame geest lastig te controleren is en dit wordt geaccepteerd door de Persoonlijkheidsgod. Maar hij geeft ook aan dat het wel mogelijk is door beoefening en onthechting.” (BG: 6:35)

In de voorbeelden die hij noemt kan het woord “mogelijk” ook de standaard betekenis hebben; ‘het kan’ of ‘is mogelijk’. In het bovenstaande voorbeeld is de uitkomst alleen mogelijk als wordt voldaan aan bepaalde voorwaarden (beoefening en onthechting). Het is eveneens ‘mogelijk’ dat Srila Prabhupada was vergiftigd, maar we weten het alleen zeker als er betrouwbaar bewijs is (of als we een verklaring van Srila Prabhupada kunnen vinden waarin hij aangeeft dat hij zeker vergiftigd is). Dan pas zou het een vaststaand feit zijn en niet slechts een ‘mogelijkheid’ (we hebben altijd geaccepteerd dat het mogelijk is). Het volgende voorbeeld maakt duidelijk dat Srila Prabhupada ‘het is mogelijk’ niet altijd gebruikte om feiten aan te geven:

“Deze realisatie bereikte Heer Brahma nadat hij gezuiverd was, en het is mogelijk voor iedereen.”  (7:7:35)

Als we in dit geval de vertaling van de auteur gebruiken, zou het bovenstaande citaat de volgende betekenis hebben:

“Deze realisatie bereikte Heer Brahma nadat hij gezuiverd was, en het is een feit voor iedereen.” 

Dit zou betekenen dat iedereen hetzelfde niveau van realisatie heeft bereikt als Heer Brahma! Natuurlijk is dit absurd en de auteur zou het hier nooit mee eens zijn. De enige logische betekenis is de letterlijke en reguliere betekenis van “het is mogelijk”; dat iedereen de kans heeft ALS zij hetzelfde soort zuivering ondergaan.

We moeten vermelden dat dit het eerste voorbeeld in de geschiedenis is waarin een discipel de woorden van de acarya probeert te vertalen in DEZELFDE TAAL. We willen met klem adviseren om geen woorden in Srila Prabhupada’s mond te leggen en hem te laten zeggen wat hij zegt – als hij zegt dat “het mogelijk” is dan “is het mogelijk” en hoeft er niet gespeculeerd te worden over een andere betekenis.

“Ze hebben veel moeite gedaan om te bewijzen dat Srila Prabhupada niet is vergiftigd, waarbij ze het grootste bewijs, Srila Prabhupada’s eigen woorden, proberen te elimineren. De conclusie van hun paper is dan ook dat Srila Prabhupada de vergiftigingstheorie niet ondersteunt!” (Mukunda) 

  1. We hebben niet geprobeerd om iets te elimineren. We hebben simpelweg aangegeven wat Srila Prabhupada daadwerkelijk heeft gezegd – en we kunnen uiteraard geen verklaringen ‘elimineren’ die niet bestaan.
  2. Door te verklaren dat het elimineren van Srila Prabhupada’s woorden ervoor zorgt dat het zelfs mogelijk is om te ‘bewijzen’ dat Srila Prabhupada NIET was vergiftigd, suggereert de auteur dat alleen Srila Prabhupada’s woorden genoeg zijn om te bewijzen of Srila Prabhupada is vergiftigd.

In dat geval zou er naast Srila Prabhupada’s woorden geen ANDER bewijs nodig zijn om aan te tonen dat Srila Prabhupada is vergiftigd. Ander bewijs, zoals ‘arsenicum in het haar’ en ‘gefluister’,  zou de auteur dan moeten ‘elimineren’, omdat hij anders wederom schuldig is aan een andere tegenstrijdigheid.

“We willen nederig voorstellen dat de IRM de titel van de paper verandert naar ‘Het is mogelijk dat Srila Prabhupada de vergiftigingstheorie ondersteunt’. In plaats daarvan zeggen ze dat ‘Het antwoord op de titel van de paper moet daarom ‘nee’ zijn.” (Mukunda) 

  1. Het antwoord ‘nee’ is geen antwoord op de vraag – ‘Was Srila Prabhupada vergiftigd? – maar was een antwoord op de vraag – “Ondersteunt Srila Prabhupada de vergiftigingstheorie? Deze twee zijn niet altijd hetzelfde. Het is mogelijk dat een persoon vergiftigd is zonder dat het slachttoffer dat vooraf heeft gemeld. Sommige aanhangers van de vergiftigingstheorie verklaren dan ook dat Srila Prabhupada te nederig is om te melden dat hij is vergiftigd – de reden zou zijn dat hij zo verheven is dat hij ook niet geïnteresseerd is in het behouden van zijn lichaam. Hierdoor spreken de aanhangers van de vergiftigingstheorie zichzelf dan ook compleet tegen. 
  2. De verklaring dat ‘het mogelijk is’ heeft betrekking op de vergiftiging – en we zijn het er allemaal mee eens dat het MOGELIJK is. In tegenstelling tot de GBC hebben we nooit gezegd dat men Srila Prabhupada NIET wilde vergiftigen. We hebben simpelweg gezegd dat Srila Prabhupada ZELF nooit heeft gezegd dat hij is vergiftigd. En de verklaring dat iets mogelijk kan zijn, is niet hetzelfde als dat het waarschijnlijk of daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Het is ook niet hetzelfde als het tonen van bewijs door feiten te geven. Het simpelweg aangeven dat het ‘zou kunnen’ (definitie van ‘mogelijk’) kan niet tegelijkertijd het bewijs zijn dat het HEEFT plaatsgevonden.
  3. Op het einde van de paper zeggen we dan ook:

“We willen aangeven dat de titel van dit boek zou moeten zijn ‘het is mogelijk’, omdat dit het enige is dat Srila Prabhupada zelf over zijn vergiftiging zegt.” (IRM Paper. 'Does Srila Prabhupada Support Poisoning Theory')

“Vergeef mijn overtredingen, maar dit klinkt niet erg neutraal.” (Mukunda) 
Bovenstaand hebben we al uitgelegd dat we neutraal zijn over de eventuele vergiftiging van Srila Prabhupada. We zijn NIET neutraal over wat Srila Prabhupada hier zelf over heeft gezegd – dit hebben we ook nooit gezegd, aangezien zijn woorden gemakkelijk kunnen worden achterhaald door simpelweg te lezen en luisteren.

“Interessant over deze laatste nagel aan de doodskist (de getuigenis van Kaviraja) is dat de IRM eerder zei dat de mening van anderen die in de kamer aanwezig waren met Srila Prabhupada, niet relevant voor hun was en dat zij alleen afhankelijk zijn van wat Srila Prabbhupada heeft gezegd, en niet van gevoelens of gedachtens van anderen.” (Mukunda) 

1. … Hier beweert de auteur dat het het tegenstrijdig is dat we het gesprek van Kaviraja laten zien, aangezien we eerder hebben aangegeven dat we alleen op de woorden van Srila Prabhupada vertrouwen. We vertrouwen echter dan ook niet op de woorden van Kaviraja en daarom hebben we voor het tonen van het gesprek het volgende gezegd:

“Een laatste nagel aan de doodskist is het idee dat Srila Prabhupada zelf bekendmaakt dat hij is vergiftigd en wordt gevonden in het volgende… [getuigenis van Kaviraja volgt].
We zeggen hier ‘een laatste nagel aan de doodskist’- wat in figuurlijke zin betekent dat we al een doodskist hebben. Dat betekent dat het voor ons al duidelijk is dat er geen bewijs is dat Srila Prabhupada zelf zegt dat hij is vergiftigd. We kunnen daarom niet afhankelijk zijn van de nagel als we al hebben aangegeven wat de kist is. De getuigenis van Kaviraja kan daarom op geen enkele wijze relevant zijn, aangezien de conclusie zelfs al bekend was voordat die getuigenis werd genoemd.

2. Als de auteur dan ook terugleest, zal hij zien dat we al meer dan 90% van de paper hadden gepresenteerd voordat we de getuigenis van Kaviraja toonden, waarbij we volledig VERTROUWDEN op Srila Prabhupada’s woorden en zodoende tot onze conclusie kwamen. Die conclusie hebben we toen geplaatst onder de naam (niet verrassend) – ‘Conclusie’.

3. Voor degenen die onbekend zijn met de term ‘laatste nagel aan de doodskist’ – het wordt gebruikt als extra benadrukking wanneer je al 100 % zeker van je positie bent en het er al niet meer toe doet. We hopen dat de analogie met de doodskist niet onsmakelijk was, aangezien we spreken over Srila Prabhupada’s heengaan, maar we zijn in geen enkel geval afhankelijk van de getuigenis van Kaviraja. De getuigenis werd, samen met een aantal andere opmerkingen, geplaatst nadat de conclusie al bekend was. We begrijpen dat de auteur misschien een oprechte fout heeft gemaakt en de Engelse taal niet volledig beheerst. Het belangrijkste is dat de conclusie van de paper hetzelfde blijft als je de getuigenis van Kaviraja zou verwijderen. Dit weet Mukunda zelf ook en hij gebruikt dit dan ook als laatste redmiddel.

4. Als we kieskeurig willen zijn, zoals de auteur ook bij ons trachtte te zijn en hem niet lukte, kunnen we opmerken dat de bovenstaande opmerking door de auteur wordt geplaatst in de sectie ‘nieuwe tegenstrijdigheden’. Dit is op zichzelf een tegenstelling, aangezien hij in zijn vorige paper precies hetzelfde heeft verklaard. Dit is dan ook niet geen ‘nieuwe tegenstelling’ maar simpelweg een herhaling van dezelfde zogenaamde contradictie.

Dit is de volledige reactie op alle opmerkingen die de auteur heeft bestempeld als tegenstrijdigheden van de IRM. Hij heeft ook wat andere punten naar voren gebracht, maar dat waren zijn eigen argumenten over de vergiftiging. We kunnen daar ook op antwoorden, maar dat doen we nadat er wordt geaccepteerd dat de betreffende paper van de IRM geen contradicties bevat. De auteur begon zijn paper vol overtuiging door een citaat van Srila Prabhupada te gebruiken dat betrekking op ons zou moeten hebben:

“Als hij zichzelf tegenspreekt is hij toch een schurk’? (Srila Prabhupada gesprek, Philadelphia, 13 juli 1975)

Spijtig heeft de auteur, wegens zijn onvermogen om te lezen wat we daadwerkelijk zeggen, geen enkele tegenstrijdigheid in de paper van de IRM gevonden en heeft hij juist zichzelf telkens tegengesproken. We zullen meer royaliteit tonen dan Mukunda en verklaren dat zijn vele tegenstrijdigheden komen door klungeligheid en niet doordat hij een schurk is.

Terug naar homepage

Please chant: Hare Krishna, Hare Krishna, Krishna Krishna,
Hare Hare, Hare Rama, Hare Rama, Rama Rama, Hare, Hare and be happy!